¶ Dat. rrvij. Capittel.

Mattheüs

Jezus door Petrus verloochend

1. 1.En Petrus zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem, zeggende: Gij waart ook met Jezus, den Galileer.
   

2. 2.Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik weet niet, wat gij zegt.
   

3. 3.En als hij naar de voorpoort uitging, zag hem een andere dienstmaagd, en zeide tot degenen, die aldaar waren: Deze was ook met Jezus den Nazarener.
   

4. 4.En hij loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den Mens niet.
   

5. 5.En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, zeiden tot Petrus: Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar.
   

6. 6.Toen begon hij zich te vervloeken, en te zweren: Ik ken den Mens niet.
   

7. 7.En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.

REMBRANDT & CROMMIUS - DAT NIEUWE TESTAMENT 1539

KLIK OP DE ICOON VAN  ST MATHEUS - ST MARCK - ST LUCAS OF ST JAN

The Denial of Peter - RIJKSSTUDIO